Naar het begin van de pagina
Extinction Rebellion Gifvrij

Sluit de gifkraan

Mooie bloemenvelden, rijk begroeide akkers en veel bijen, grutto's en ander leven: iedereen ziet de omgeving het liefste zo. Maar de realiteit is anders. Door overmatig gebruik van landbouwgif sterven insecten en vogels massaal uit, zo is er grootschalige watervervuiling en natuurvernietiging. Hiernaast krijgen mensen die werken in of wonen rondom landbouwgebieden vaker Parkinson.
Dit kan zo niet langer.

Wat willen wij? Pesticiden vrij!

Sluit je aan!

Landbouwgif zit overal

Je ruikt het niet, je ziet het niet, maar je krijgt het dagelijks binnen. Landbouwgif zit overal: in onze wateren, bodems, eten, lucht, lichamen tot en met de luiers van kinderen. De effecten hiervan zijn al lange tijd bekend; denk aan massale sterfte van insecten (afname van 75% sinds 1985) en andere dier- en plantensoorten.

Ook de mens wordt letterlijk ziek van al het landbouwgif dat ze binnenkrijgt door eten, drinkwater en het inademen van lucht. Er is bijvoorbeeld een toenemend aantal onderzoeken dat een verband legt tussen Parkinson en het gebruik van landbouwgif. In Frankrijk wordt de ziekte al erkend als beroepsziekte onder boeren en tuinders.

Daarnaast tonen steeds meer studies de link tussen pesticiden en andere ziektes zoals kankers, immuunziektes en Alzheimer. En dan is er nog een hele hoop wat we nu nog niet weten maar nog onderzocht moet worden, zoals de gevolgen van gif op vruchtbaarheid en onze darmgezondheid. Op dit moment worden landbouwgiffen toegestaan totdat onomstotelijk bewezen is dat ze wel schadelijk zijn. Dit is een verkeerde benadering. Het in de Nederlandse wet- en regelgeving opgenomen ‘voorzorgsprincipe’ stelt namelijk het volgende: zolang er niet onomstotelijk aangetoond is dat er geen schadelijke effecten van bepaalde stoffen zijn, mogen deze stoffen niet toegelaten worden.

Er is een hoop wetenschappelijke onzekerheid over de effecten van landbouwgiffen. Het juist toepassen van het voorzorgsprincipe zou betekenen dat gif per direct verboden moet worden zolang er niet uitgesloten kan worden dat het schade kan toebrengt aan mensen, andere dieren en milieu.

Wat is landbouwgif?

Landbouwgiffen zijn chemische stoffen die schimmels, onkruid, insecten, virussen of bacteriën doden. Boeren gebruiken dit gif om schade aan het gewas of oogst te voorkomen en daarmee hun opbrengsten zo hoog mogelijk te houden. Dit past binnen een visie waarin de landbouw, met behulp van monoculturen, landbouwgif en kunstmest, zo efficiënt en productief mogelijk moet zijn, maar ten koste van wat?

Naast het doden van enkel de ziektekiem of plaag die schade toebrengt aan het gewas, verspreidt landbouwgif zich in het milieu en doodt het daar ook ander leven. In 1960 waarschuwde Rachel Carson in haar manifest Silent Spring al voor de gevaren van landbouwgif. Sindsdien is de hoeveelheid landbouwgif slechts mondjesmaat afgenomen en het gif dat nog wordt gebruikt is juist veel sterker geworden.

Kortom, deze landbouwgiffen zijn een probleem omdat:

Glyfosaat: Topje van de ijsberg

Er zijn bijna 500 verschillende landbouw gifstoffen op de Europese markt. Uit onderzoek van Natuur & Milieu naar 38 landbouwgiffen is gebleken dat in maar liefst 80% van 153 onderzochte natuurgebieden deze middelen werden aangetroffen, van al deze giffen werd glyfosaat het vaakst aangetroffen. Glyfosaat, vooral bekend onder de merknaam Round-Up, is een van de meest gebruikte middelen en wordt ook het vaakst teruggevonden in mens, dier en milieu in Nederland. Het staat bekend als een van de pesticiden die bijen doodt, maar het is niet alleen schadelijk voor bijen. In toenemende mate is er informatie bekend over andere gevaren van glyfosaat en vanuit verschillende groepen, zoals Pesticide Action Network en Meten = Weten, wordt al lange tijd gestreden om dit gif te verbieden.

Onafhankelijke wetenschap wordt genegeerd bij de beoordeling van glyfosaat. Zo is er een hele stapel aan onderzoeken die het verband tussen glyfosaat en kanker vaststelt, maar dit onderzoek wordt niet meegenomen in de beoordelingen van dit gif door toelatingsinstanties. Hiernaast is er ook nog een probleem met het testbeleid van gifstoffen. De industrie test zelf de giftigheid van glyfosaat, zoals de slager zijn eigen vlees keurt...

Glyfosaat is slechts 1 van de vele gifstoffen die ons schade toebrengt en dus het topje van een giftige ijsberg. Geen enkele gifstof hoort in grote hoeveelheden in ons milieu terecht te komen. Wij eisen een gifvrije landbouw!

  • Glyfosaat wordt door de World Health Organization in verband gebracht met een verhoogd risico op kanker;
  • Er zijn sterke aanwijzingen dat glyfosaat mede verantwoordelijk is voor de toename van neurodegeneratieve ziekten als Parkinson. Er is over de afgelopen tien jaar een toename zichtbaar van 30 procent in Parkinsongevallen in Nederland.
  • Glyfosaat is verwoestend voor de biodiversiteit: het draagt bij aan de zesde massaextinctie. Vliegende insecten zijn sinds 1989 met 76% afgenomen. ​​

Een giftig systeem

CTGB

In Nederland moeten gifstoffen worden toegelaten door het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biocide (Ctgb). De overheid heeft hen de taak gegeven om de veiligheid van 'gewasbeschermingsmiddelen' (wij gebruiken zelf hiervoor de term landbouwgif) te beoordelen voor mens, dier en milieu. Toch worden er op grote schaal stoffen gebruikt waarvan we weten dat deze onveilig zijn voor mens, dier en milieu en zien we hiervan de desastreuze gevolgen voor onze neus gebeuren. Het Ctgb faalt dus in het uitvoeren van haar taak om de volksgezondheid te waarborgen en de natuur te beschermen. Meerdere organisaties zoals Meten = Weten, Pesticide Action Network (PAN) en Foodwatch hebben het Ctgb en de overheid hier al meerdere malen op gewezen, maar het Ctgb pareert alle kritiek.

  • Er is geen tussentijdse herziening van vergunning indien stoffen schadelijk blijken te zijn.
  • In plaats van concrete metingen zijn modellen leidend waardoor milieuschade onderschat wordt.
  • De tests en modellen die gebruikt worden om gif te testen zijn achterhaald. Effecten op de bodem worden gemeten op slechts vijf indicatoren, terwijl er meer dan een miljoen soorten bodemorganismen zijn.
  • Een cocktail van giftige stoffen kan veel gevaarlijker zijn dan elke stof afzonderlijk, hier houdt het Ctgb geen rekening mee.
  • Het is onduidelijk wat de gevolgen zijn van pesticiden op de ontwikkeling van jongeren of kwetsbare groepen: dit is niet onderzocht.
  • Belangrijke bevindingen over de schadelijke impact van landbouwgiffen worden geschrapt uit rapporten.
  • Er is sprake van belangenverstrengeling wat de onafhankelijkheid van het Ctgb en de wetenschap in het geding brengt.

EFSA

Veel van dezelfde kritieken geldt ook voor de EFSA. ​De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft als taak onafhankelijk advies over voedselveiligheid te verstrekken aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de individuele lidstaten over voedselveiligheid. De EFSA beoordeelt ook of pesticiden veilig zijn voor werknemers, consumenten en milieu én wat de maximale toegestane residu levels op gewassen mogen zijn. Onderzoek van onder andere PAN en Corporate Europe Observatory heeft laten zien dat het advies van de EFSA echter niet onafhankelijk is​. Zo ondersteunt de EFSA stelselmatig de bedrijfsvisie van gifproducenten om nieuwe schadelijke chemicaliën toe te laten en veiligere alternatieven af te wijzen.

Macht van de gifproducenten

Monsanto-Bayer, Syngenta, BASF, Corteva zijn de grootste en meest bekende gifproducenten. Het rapport Pesticide Paradijs van PAN laat zien hoe deze gifproducenten hun eigen regels schrijven en die vervolgens laten goedkeuren door regeringsambtenaren. Hierdoor zijn de meest schadelijke chemicaliën goedgekeurd en werden veiligere alternatieven aan de kant geschoven. We hebben het hier over gifstoffen die bekend staan het risico te vergroten op kanker, hartklachten en andere gezondheidschade.

De EU praat wel over het verminderen van gifstoffen en het vervangen van de meest schadelijke stoffen door veiligere alternatieven. De uitvoering van deze plannen en het testen van de gifstoffen laten zij echter doen door de gifproducenten zelf. Zo werden zes studies naar de Europese Farm-Fork Strategy betaald door de lobbygroepen van gifindustrie CropLife en de Europese landbouworganisatie Copa-Cogeca. Deze bedrijven sturen de media met betaalde artikelen, organiseren evenementen en gebruiken sociale media om zo politiek en burgers ervan te overtuigen dat gifstoffen, zoals glyfosaat, nodig zijn om voedselveiligheid te waarborgen.

De verschillende gifproducenten zijn onderdeel van Big Agro: machtige bedrijven die de landbouwsector voorzien van materieel, kunstmest en gif én een enorme invloed uitoefenen op het wereldwijde landbouwsysteem.

Giftige lobby

Producenten van landbouwgif zoals BASF, Corteva, Syngenta en Monsanto-Bayer verenigen zich in Croplife; lobbyisten die er alles aan doen het toelatingsbeleid op een voor hen gunstige manier te beïnvloeden. Deze gifindustrie houdt belangrijk wetenschappelijk bewijs achter over het ziekmakende effect van gif. Op deze manier is jarenlang verborgen gebleven dat giffen als glyfodaat o.a. in verband zijn gebracht met parkinson. Ook zet het onafhankelijk onderzoek onder druk door onderzoeken te 'bestellen' die gunstig uitpakken voor de gifindustrie én betaalt voor studies die onterecht paniek zaaien over economische verliezen in een gifvrije biologische landbouw. Croplife heeft mooie praatjes over groene ambities, maar werkt doelbewust elke poging tot verduurzaming van de landbouw tegen.

“Lobby eruit, burgers erin”

Export van de giftige industrie

Landbouwgiffen die in Europa verboden zijn worden door Bayer, BASF en Syngenta in Europa geproduceerd en geëxporteerd naar landen zoals Ghana, Argentinië, Brazilië en Indonesië. Dit is een giftig verdienmodel gebouwd op vervuiling in andermans tuin en overschrijdt alle grenzen van rechtvaardigheid.

Incidenten gerelateerd aan landbouwgif vinden vooral plaats in het Mondiale Zuiden. Regelgeving is daar vaak minder zorgvuldig en daar zijn minderheden vaak de dupe van. Boeren, landarbeiders, inheemse gemeenschappen, (zwangere) vrouwen en kinderen die in de buurt van agrarisch gebied wonen zijn extra kwetsbaar voor de blootstelling van landbouwgif.

Naast dat landbouwgif in ons eten en in de natuur terecht komt, is het ook terug te vinden in menstruatieproducten. Bij tampons en maandverband gemaakt van katoen kunnen gifresiduen van de katoenteelt achterblijven. Mensen die menstrueren brengen dit gif in in hun lichaam en lopen daarmee een verhoogd risico op kanker, een aantasting van de vruchtbaarheid, hormoonverstoringen, allergische reactie en menstruatiestoornissen. We eisen per direct een stop op de export van in Europa verboden landbouwgiffen naar andere landen en een vergoeding voor de gemeenschappen die door deze middelen schade hebben ondervonden.

Onze eisen

Hoe komen we in actie?

We willen burgers er op wijzen dat onze leefomgeving wordt vergiftigd en dat onze overheid, het Ctgb en Big Agro daar verantwoordelijk voor zijn. Zij zetten stelselmatig het economisch belang boven de volksgezondheid. Met het mobiliseren van burgers en het organiseren van disruptieve acties willen we de druk opvoeren en verandering van beleid afdwingen bij het Ctgb en de overheid.

Meerdere spelers zijn schuldig aan de massale vergiftiging van mensen, andere dieren en milieu en daarom willen wij sectorbreed een estafette aan acties organiseren om bij zowel instituties, producenten en het bedrijfsleven de druk op te voeren.

Hoe maken we de Nederlandse landbouw gifvrij?

Transitie naar een agroecologische landbouw

Wij eisen, in plaats van de agro-industriële landbouw, een overschakeling naar een agro-ecologisch systeem. Waar in het huidige systeem Big Agro bepaalt hoe er geboerd wordt, bepaalt de boer zelf in het agro-ecologisch systeem.

Agro-ecologie is een verzamelnaam van landbouwprakijken die gebaseerd zijn op ecologische principes zoals het opbouwen van een gezond bodemleven en het recyclen van natuurlijke voedingsstoffen met het gebruik van compost of dierlijke mest én stikstofbindende planten. Ook ligt de focus op het creëren van een ecosysteem met veel biodiversiteit zodat je steeds minder landbouwgif nodig hebt. Een gezond bodemleven verrijkt de bodem met essentiële voedingsstoffen en een goede bodemstructuur zorgt ervoor dat water beter wordt vastgehouden.

In de agro-ecologie wordt er overal op de boerderij circulariteit nagestreefd; er worden zo min mogelijk grondstoffen van buitenaf geïmporteerd en afval moet zoveel mogelijk weer als input dienen. Er wordt in deze landbouwpraktijk geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmatige hormonen of kunstmest. Het voedsel dat wordt geproduceerd is vrij van gif en de bodem wordt niet uitgeput door intensief gebruik van chemische middelen.

Vruchtbare landbouwgronden verdwijnen door erosie, bodemdegradatie, verontreiniging van gif en uitputting door overmatig gebruik van kunstmest. De huidige intensieve voedselproductie wordt bedreigd en het narratief over de Nederlandse landbouw dat de wereld voedt is achterhaald. Bovendien is het niet de industriële landbouw, maar zijn het vooral kleine familie bedrijven die momenteel de wereld voeden: ongeveer 500 miljoen kleine bedrijven produceren samen meer dan driekwart van alle voedsel en bijna driekwart van al deze boerderijen zijn niet groter dan 1 hectare.

Biologische landbouw

Biologische landbouw werkt vanuit de volgende vier kernwaardes:

  • Gezondheid: de samenhang tussen aarde, planten, mensen en andere dieren is belangrijk.
  • Ecologie: rekening houden met natuurlijke kringlopen en de omgeving.
  • Rechtvaardigheid: rechtvaardig omgaan met elkaar, dieren en het milieu.
  • Verantwoordelijkheid: werken volgens het voorzorgsprincipe, geen risico’s nemen ten koste van mens en milieu.

Het gebruik van landbouwgif heeft invloed op deze vier kernwaarden en daarom tref je in de biologische landbouw ook geen gif aan. In de biologische teelt proberen boeren plagen te voorkomen door monoculturen te vermijden en zoveel mogelijk diversiteit in gewassen na te streven. Daarnaast maakt men gebruik van veel meer mechanische onkruidbestrijding zoals wieden met een schoffel, waardoor gif niet nodig is. Mocht een plaag niet voorkomen te zijn, dan worden er bijvoorbeeld natuurlijke vijanden ingezet zoals roofmijten. In tegenstelling tot het gebruik van chemisch gif, dat niet afbreekbaar is en geen natuurlijke vijanden kent, worden roofmijten ook weer opgegeten door hun natuurlijke vijanden in de natuur. De roofmijten worden dus door de natuur zelf weer afgebroken en onschadelijk gemaakt. Daarentegen breken de meeste chemische gifstoffen niet af en komen zo terecht in onze bodems, natuurgebieden, oppervlaktewater en zelfs dus in de lucht die we inademen.

In de biologische teelt wordt in uitzonderlijke gevallen gebruik gemaakt van biologische middelen, zoals koper in de appelteelt wat ook schadelijk is voor milieu en dier. Ook de biologische landbouw is niet 100% gifvrij is, maar er wordt drastisch minder gif gebruikt en chemische middelen zijn verboden. Dit wordt allemaal gewaarborgd door een biologisch keurmerk met strenge regelgeving en controles.

Vraag en antwoord

Verschillende wetenschappers stellen dat veel van de bestrijdingsmiddelen die nu op de markt zijn extreem schadelijk zijn voor mens, dier en milieu en dat de toelatingsprocedure dus niet naar behoren functioneert. Zo stelt Violette Geissen, onderzoeker bij WUR dat 'belangrijke blootstellings- en risicosituaties niet worden meegewogen in de EFSA-regelgeving'. En Bas Bloem, hoogleraar en neuroloog bij het Radboud UMC, legt in dit filmpje uit dat landbouwgif een belangrijke oorzaak van de toename in parkinson is.

Extinction Rebellion Gifvrij is niet tegen de boeren, integendeel. Extinction Rebellion voorziet een toekomst voor kleinschalige familiebedrijven en daarmee juist méér boeren in Nederland. Met name de boeren zijn de dupe van het gebrekkige beleid rondom landbouwgif. Ze worden in hoge mate blootgesteld aan schadelijke giffen die de kans op verschillende ziekten verhoogt. Daarom is het juist ook voor de boeren van groot belang dat er een gifvrije landbouwsector komt.

Als gifproducenten een nieuw landbouwgif op de markt wil introduceren, moeten de gifproducenten dat zelf laten testen op toxiciteit en een onderzoeksrapport met labanalyses over chemische eigenschappen aanleveren bij EFSA en nationale toelatingsinstituten. Het is gebleken dat gifproducenten hun eigen regels schrijven en onderzoeksresultaten achterhouden, omdat deze hun winstgevende bedrijfsvoering in gevaar kunnen brengen. Het achterhouden van belangrijk onderzoek is het gevolg van belangenverstrengeling in het giftige systeem. Gifproducenten financieren zelf het onderzoek naar hun eigen middelen en kunnen daardoor makkelijk belangrijke gegevens achterhouden. Studies naar de veiligheid van landbouwgif zou ten alle tijden gedaan moeten worden door onafhankelijke instituties en niet door bedrijven zelf.

Vervolgens beoordeelt een toelatingsinstituut uit een van de lidstaten, zoals het Ctgb, of het rapport volledig en betrouwbaar is en doen ze een aantal berekeningen aan de hand van modellen om de invloed van het middel op de omgeving en mens in te schatten. Toelatingsinstanties van een bepaalde lidstaat (in Nederland is dat het Ctgb) hebben financiële belangen bij het testen van giffen, omdat hun verdienmodel gebouwd is op het doen van deze onderzoeken. Van het Ctgb is bekend dat daar veel misgaat: ze werken met verouderde modellen, houden geen rekening met het cocktaileffect, meten te weinig indicatoren en falen dus in het uitvoeren van hun taak om de volksgezondheid te waarborgen en mensen, andere dieren en de natuur te beschermen.

EFSA vertaalt toelatingsrapporten van de verschillende lidstaten naar een Europees bindend advies, op basis waarvan elke lidstaat zelf toelatingseisen en vergunningen regelt. In Nederland komt dit ook terecht bij het Ctgb. Deze instantie draagt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor het toekennen van vergunningen op basis van modellen van onderzoeksinstanties. Vandaar dat wij actie willen gaan voeren bij het Ctgb en gifproducenten.

Er zijn ook redenen om bij EFSA actie te gaan voeren. Onderzoek van PAN heeft laten zien dat het advies van de EFSA niet onafhankelijk blijkt te zijn​​​. Zo steunen ze stelselmatig de ideologie van gifproducenten om nieuwe schadelijke chemicaliën toe te laten en veiligere alternatieven af te wijzen. XR Gifvrij organiseert zich momenteel binnen Nederland en focust daarom op het Ctgb, maar uiteindelijk is het ook waardevol om op EFSA te richten.

Het kopen van biologisch gecertificeerde producten biedt de garantie dat er geen chemisch landbouwgif is gebruikt bij het telen van gewassen. Ook kan je op zoek gaan naar transparante korte voedselketens waar je als consument inzicht hebt in het productieproces. Vergroot je impact door anderen te stimuleren biologisch te kopen, je favoriete café vragen om meer bioproducten en op het bedrijf waar je werkt te vragen of ze de gemeenschappelijke lunch biologisch willen maken. Dan steun je de boeren die laten zien dat landbouw zonder pesticiden mogelijk is.

Je kan (financiële) ondersteuning bieden aan organisaties als Natuur & Milieu, Urgenda, Pesticide Action Network (PAN), Meten = Weten en Stichting Advocaat van de Aarde. Zij maken de gevaren en gevolgen van pesticiden inzichtelijk en voeren rechtszaken hiertegen.

Verder kan je stemmen op een politieke partij die biologische landbouw steunt (momenteel zijn dit enkel Partij van de Dieren en GroenLinks/PvdA). Ook kan je je aansluiten bij een voedselinitiatief van Voedsel Anders Netwerk NL of biologisch eten kopen bij bijvoorbeeld Odin foodcoop.

Let wel, zelfs al koop je biologische boodschappen is dat geen garantie dat het gifvrije producten zijn. Het gifgebruik in de landbouwsector is zo problematisch dat residuen ook terug te vinden zijn op biologische gewassen.

En: kom in actie! Zie meer onder het kopje DOE MEE.

Landbouwgif dat wordt gespoten op akkerlanden wordt vaak kilometers verderop teruggevonden. Dit gif wordt in verband gebracht met verschillende ziekten zoals Parkinson en kanker. Omwonenden meldden klachten zoals misselijkheid, irritatie, hoofdpijn, huiduitslag of luchtwegproblemen. Er zijn dus gegronde redenen om ongerust te zijn. Wij verwijzen je hiervoor verder naar organisaties zoals Meten = Weten en Aardige Buren. Ook is het heel belangrijk om je te verenigen met de buurtbewoners over dit onderwerp.

Doe mee!